stront

drie jongens en twee meisjes:
twee stelletjes en een losse jongen, die
iets verderop zit en helderhard aan
zijn vrienden vertelt dat hij daarnet -
hier in de trein – geweldig heeft gescheten.
hij denkt zeker twee kilo stront lichter te zijn.
dan vraagt hij aan zijn vrienden met een licht
melancholische ondertoon of zij misschien
weten waar of die stront dan blijft; als je dat
in de trein uitschijt. volgens de jongen die de
hele tijd in de linkerborst van zijn vriendin
knijpt - !nou gotfurrdomme ophouwe met
de hele tijd in mn tiet knijpûh! – zitten er onder
de trein allemaal buizen waarin de poep wordt
opgevangen... awelneejôh - zegt de derde jongen -
dat komt op de rails. gamaarkijken, ersittungat waarje
de reelsdoorkuntsien. !ja ik ga daar egt niet naar trug,
dat stinkt man! volgens het meisje wat niet in haar
tieten wordt geknepen komt het op de rails en tussen
de stenen waar de rails op liggen en als het dan
regent verdwijnt alles in de grond.
als mest! lacht de jongen.
mijn stront als mest voor de rails!